In de biechtstoel – Philomeen Duinisveld

Bron: Gemerts Nieuwsblad – wo 3 jan 2024

GEMERT – Gronings van huis uit, boerendochter, biologe, moeder van twee kinderen, lerares en begaan met de aarde. Zeker ook met dat laatste heeft Philomeen Duinisveld het druk. “Herenboeren is voor mij een uitgelezen kans om te laten zien hoe we gezond voedsel kunnen produceren door de bodemkwaliteit en biodiversiteit te verbeteren. Geen onnodig transport meer, geen plastic en geen gif, maar een mooie plek in de natuur waar we met elkaar kunnen samenwerken.”

Geloof je?

Ik ben goed van geloof, geloof in het goede van de mensen én in het goddelijke, maar niet aan een bepaalde religie gebonden. Ik kom heel graag in kerken. Alleen al de geur van wierook en het besef dat mensen daar eeuwenlang lief en leed hebben gedeeld…

Wat is je grootste deugd?

Dat ik de liefde voor de natuur overbreng op de jeugd. Ik voel me ook één met de natuur, zeker ook in de bergen.Ja, dat is inderdaad een contradictie met het Gronings platteland dat ik zo goed ken. Maar ook hoog in de bergen is het uitzicht wijds.

Wat is je grootste zonde?

Dat ik te bang ben om fouten te maken. Ik studeer momenteel ook scheikunde en dan kom ik soms dat bijna vergeten gevoel van bevriezing weer tegen. Toch, als ik het nú voel opkomen, dan kan ik het makkelijker wegduwen. Ik blijf niet meer, zoals vroeger, in die faalangst hangen.

Wat koester je het meest?

Allereerst mijn man en kinderen en de poezen. En elke zaterdagochtend de gang naar de boerderij van de Herenboeren. Dan zie je de andere leden en dat voelt, ondanks het nog pril bestaan, als familie. Allemaal gelijkgestemden!

Wat stuit je het meest tegen de borst?

Ik denk dan gelijk aan mijn fiets. We hebben één van onze twee auto’s de deur uitgedaan en ik heb nu een snelle elektrische fiets. Daarmee rij ik naar ’t Eckart, de school in Eindhoven waar ik les geef. Ik merk dat andere verkeersdeelnemers nog niet zijn ingesteld op de hogere snelheid van fietsers. Dus word je regelmatig geconfronteerd met het feit dat er met name in het verkeer weinig tolerantie is. Ja, dat stuit me tegen de borst.

Waar kun je heimelijk van genieten?

Van een hele zondag naar de muziek van Franz Liszt luisteren. Ik vind overigens allerlei muziekgenres mooi. Ik speel piano, we hebben een vleugel – mijn man is pianostemmer – en daarnaast heb ik ook hobby’s als breien en haken. Ik los graag sudoku’s op en ik probeer dan meteen uit te vissen of dat ook een gunstige invloed heeft op mijn rekenvaardigheid, want dat is bij een scheikundestudie hard nodig.

Van wie kun je nog wat leren?

Van mijn leerlingen en van mijn kinderen. Wonderlijk hoe die leeftijdsgroep tegen de wereld aankijkt. Neem een onderwerp als lhbtiq+. Als je daarover praat, dan bakenen de pubers van nu niet af, stoppen niet in hokjes, maar aanvaarden het als normaal. Mooi!

Achter welke deur zou je wel eens een kijkje willen nemen?

Achter die van de Latijnse school. Een prachtig gebouw, het woord ‘gymnasium’ dat erop staat intrigeert en je vraagt je af hoe zo’n school vroeger werkte, op welke manier daar onderwijs werd gegeven.

Met wie zou je wel eens een weesgegroetje willen bidden?

Sowieso met mijn vader. Die is enige tijd geleden overleden, in Nicaragua. Hij trad na zijn scheiding toe tot de Pinkstergemeente, heeft daar zijn nieuwe vrouw ontmoet en ging zendelingenwerk doen. Hij stierf vrij  plotseling en je wordt in dat land binnen twaalf uur begraven, dus een vorm van afscheid nemen hebben wij niet gehad. Dan is het nóg moeilijker te geloven dat hij er niet meer is.

Heb je verder nog iets op te biechten?

We hebben nog plek! Zoek je naar gezond eten en een gezonde bezigheid, sluit je aan bij de Herenboeren. Je  hoeft niet meer naar de sportschool. We hebben, naast onze gronden op het terrein van Huize Padua, nu ook de beschikking over een stukje grond in Gemert

Deel dit bericht: